In december 2013 zijn de Wet verplicht schatkistbankieren en de Wet Houdbare overheidsfinanciën (Wet Hof) aangenomen.
Schatkistbankieren
Door verplicht schatkistbankieren is het voor gemeenten alleen nog mogelijk om geld bij het Rijk of andere openbare lichamen (bijvoorbeeld andere gemeenten) uit te zetten. Deze verplichting geldt in 2022 alleen voor een liquiditeitsoverschot boven het drempelbedrag van 2% van het begrotingstotaal. Onder dit drempelbedrag hoeven gemeenten hun liquide middelen niet direct in de schatkist te storten. Voor de gemeente Heusden was het drempelbedrag in 2022 € 2.527.000 (=2% * € 126.367.000). De gemiddelde overschotten worden per kwartaal afgezet tegen het drempelbedrag. In 2022 is het drempelbedrag niet overschreden.
De gemeente Heusden had op 1 januari 2022 in totaal € 18.655.000 in de schatkist staan. Hiervan was € 4.500.000 van de gemeente en € 14.155.000 voor de gezamenlijke grondexploitatie (GGREX) van het Geerpark (Samenwerking gemeente en Woonveste). Ultimo 2022 was het saldo van de schatkist € 29.165.000 waarvan € 14.850.000 gemeente en € 14.315.000 Geerpark. De toename van het bedrag in de schatkist wordt met name veroorzaakt door de grondverkopen van Steenenburg waardoor liquiditeitsoverschotten ontstaan. In 2023 zal het saldo mede worden ingezet voor de reguliere aflossingen van langlopende geldleningen en zal daarmee de leningenportefeuille verlagen. Het saldo van Geerpark zal worden gebruikt voor de resterende kosten van bouw- en woonrijpmaken en de uitbetalingen van de resultaten aan gemeente en Woonveste.
Wet Hof
Op grond van Europese afspraken mag het begrotingstekort van de Nederlandse overheid niet groter dan 3% zijn. Het Rijk wil er met de Wet houdbare overheidsfinanciën (Wet Hof) voor zorgen dat gemeenten een bijdrage leveren aan het terugdringen van het overheidstekort. Hiervoor wordt een limiet gesteld aan de bijdrage die gemeenten in het begrotingstekort mogen hebben. Overschrijding van deze limiet kan daarbij tot sancties leiden.
In de Najaarsnota van het Ministerie van Financiën worden jaarlijks de budgettaire kerngegevens weergegeven. Hierbij werd voor 2021 gesproken over een EMU saldo collectieve sector (in % van het bbp) van 5,1%. Dit cijfer is in de najaarsnota 2022 1%. Het definitieve cijfer zal blijken in mei 2023 uit het Financieel Jaarverslag Rijk.
In Europees verband is afgesproken dat in verband met de uitzonderlijke omstandigheden, de bestrijding van de gevolgen van de coronacrisis, de afspraken over het EMU-saldo en de maximale EMU-schuld van landen tijdelijk buiten werking worden gesteld.