Lokale heffingen

De belastingen die tot woonlasten leiden, zijn de onroerende zaakbelastingen voor de eigenaar, de afvalstoffenheffing en de rioolheffing voor de gebruiker.

Voor de tarieven van de onroerende zaakbelastingen is de gemeenteraad voor het jaar 2022 alleen uitgegaan van 1,6% inflatiecorrectie en een gemiddelde waardestijging van 10% voor woningen en 0,5% voor niet-woningen

Bij de afvalstoffenheffing en de rioolheffing streeft de gemeente naar een kostendekkend niveau.
Wanneer er door een verschuiving in het aangeboden afval alsnog een dekkingstekort of -overschot ontstaat, wordt dit onttrokken, respectievelijk toegevoegd aan de daartoe ingestelde voorziening.
Met als basis de geraamde kosten voor 2022 en het uitgangspunt om volledige kostendekkendheid na te streven zijn de variabele tarieven van de afvalstoffenheffing en het vastrecht voor een 1-persoons- of meerpersoonshuishouden voor 2022 verlaagd ten opzichte van de tarieven 2021. De vastrechtdifferentiatie is in 2021 ingevoerd naar aanleiding van een aangenomen motie bij het vaststellen van de voorjaarsnota 2020. In deze motie is het college opgedragen onderzoek te doen naar de wijze waarop er een wezenlijk verschil gemaakt zou kunnen worden in de door de gemeente opgelegde lasten tussen de groep 1 persoonshuishoudens en de groep meerpersoonshuishoudens. De tarieven voor de afvalstoffenheffing zijn voor 2021 en 2022 vastgesteld zoals dat in onderstaande tabel is weergegeven.

Covid-19 heeft ook in 2022, zo schatten we in, nog doorgewerkt, thuiswerken is bij veel ondernemers de norm gebleven. Bij het opstellen van de begroting 2022 was uitgegaan van ruim 245.000 inworpen van restafval in de ondergrondse containers. Vanuit de cijfers van de afvalstoffendienst is te berekenen dat er 28.000 meer inworpen van restafval zijn geweest, bijna 273.000 inworpen zijn vastgelegd. Daarentegen is bij het opstellen van de begroting 2022 uitgegaan van circa 454.000 keer aanbieden van een 120 of 240 liter PMD of GFT container. Uit de cijfers van de Afvalstoffendienst is te berekenen dat er 413.000 registraties zijn geweest van de lediging van een 120 of 240 liter container, per saldo dus circa 41.000 minder vaak een container aangeboden. De begrote opbrengst voor inworpen van containers. 2022 is nagenoeg gelijk aan de werkelijke opbrengsten voor 2022.

De aantallen huishoudens voor het vastrecht zijn toegenomen waardoor ook de opbrengsten van het vastrecht zijn toegenomen. De in de begroting 2022 geraamde opbrengsten afvalstoffenheffing (containerledigingen en vastrecht) bedroegen € 3.317.000. De gerealiseerde opbrengsten bedragen €  3.408.000, een meeropbrengst van € 91.000.

Naast de hiervoor benoemde hogere inkomsten in 2022, kan ook gemeld worden dat de geraamde kosten en overige inkomsten zich (financieel) positief hebben ontwikkeld met een negatief bijeffect op het gebied van afvalscheiding (gedrag). Te noemen effecten hierbij zijn:
De ingezamelde hoeveelheden GFT-afval blijven fors achter bij de verwachtingen. Dit komt deels doordat er GFT-afval is afgekeurd, de verwerker wordt steeds strenger in zijn acceptatie van het ingezamelde GFT-afval en voert daartoe veel meer en strengere controles uit dan voorgaande jaren, en deels door het warme weer dit jaar in de zomer. In deze periode is er een verschuiving van minder GFT en meer restafval, waarbij de verwachting is dat inwoners GFT-afval bij het restafval hebben gedaan omdat ze niet 2 weken met een stinkende container willen zitten. Dit zorgt voor fors lagere inzamel- en verwerkingskosten. (€ 165.000) ten opzichte van de primaire begroting.

Verder heeft de gemeente Heusden een verwerkingscontract met een vergoeding per ton ingezameld huishoudelijk oud papier die is gebaseerd op de marktprijs. Deze marktprijs is het hele jaar 2022 behoorlijk hoog geweest, hoger dan de begrote vergoeding. Dit resulteert in een voordeel van € 130.000 ten opzichte van de primaire begroting. Tenslotte is de bijdrage van het afvalfonds hoger dan begroot (€ 35.000) en resulteren de lagere kosten ook tot lagere overheadkosten (€ 25.000).

Per saldo zijn de totale kosten over 2022 lager dan begroot. Door de hogere opbrengsten en lagere kosten is er een overdekking ontstaan in 2022. Dit heeft geleid tot een dotatie aan de voorziening van
€ 464.000. In de 2e berap 2022 is hiervoor al bijgestuurd voor de kosten, de opbrengsten konden nog niet worden bijgesteld omdat de afrekeninformatie vanaf april nog niet was aangeleverd door een migratie van automatiseringssystemen bij onze contractpartijen die niet optimaal verlopen was.

De tarieven voor de rioolheffing werden voor 2022 verhoogd met 5,4% en 1,6% inflatiecorrectie conform de gekozen financieringsvariant van het Waterplan 2018 – 2022. Uit de realisatie van de exploitatie blijkt dat er een kostendekkingspercentage van 100% wordt gerealiseerd. De inkomsten uit rioolheffing hebben in 2022 € 4.671.000 bedragen waarbij de toe te rekenen kosten (met name kosten taakveld, overhead en BTW) optellen tot € 2.999.000. Een bedrag van € 1.665.000 is gedoteerd aan de spaarvoorziening, onderhoudsvoorziening en de bestemmingsreserve riolering.